Zo heb ik het niet bedoeld

Op een zondagmiddag lag ik heerlijk te drijven in het zoutwater-zwembad in de sauna. Mijn oren zaten onder water, waardoor de kakafonie aan door elkaar kletsende mensen werd gedempt. Ik luisterde naar een onverstaanbaar gebrabbel zonder enige betekenis. Als de woorden wegvallen, blijft er van denktaal niets meer over. En dan komt ook het inzicht dat zelfs de woorden zonder frequenties niets bevatten: het is een lege taal.

Soms lijkt het wel of mensen niet meer weten hoe ze met elkaar moeten omgaan. Als ik een wandeling maak en iemand tegenkom, zijn er geregeld mensen die hun hoofd de andere kant op draaien. Ze stralen uit “zeg niets tegen mij, laat me met rust”. Alsof het gek is om ‘vreemden’ gedag te zeggen. In een dorp groeten mensen elkaar wat vaker, al ontbreekt in veel gevallen échte verbinding. Het groeten gebeurt uit een automatisme, waarbij mensen niet echt communiceren. Ze zien elkaar en zichzelf niet.

Hoe vaak was ik zelf niet gehaast in de supermarkt aanwezig en zegde ik vriendelijk “fijn weekend” tegen de caissière terwijl ik haar niet eens aankeek? Voelde ik eigenlijk wel het verschil tussen een bewust contact moment en een automatisme? Taal kun je als gelaagd of leeg ervaren. Woorden in spreektaal en in schrijftaal kunnen geladen worden met gevoelens, emoties en frequenties.

Als mensen in ‘lege’ taal met elkaar spreken, dan zit er geen laag in, tussen en achter de woorden. Het maakt dan in feite niet uit welke woorden iemand uitspreekt. Met het gevoel onder de woorden, komt de boodschap binnen. Dit verklaart mede waarom dezelfde boodschap op vele verschillende manieren kan worden ontvangen. De gelaagdheid is dan bepalend.

Maanden heb ik mensen geobserveerd. Het viel me op dat veel gesprekken over situaties gaan. Of een reflectie zijn op situaties die andere mensen beleven. Mensen vertellen over wat ze meemaken of ze benoemen wat een ander meemaakt. En bijna altijd wordt er iets gedacht over andere mensen of iets gevonden over hoe iemand anders zijn leven inricht. De reflectie op het eigen gedrag of dat van een ander, bleek altijd een oordeel te bevatten. Uitgedrukt in een plus of min, dat afhankelijk van hoe een mens dat wil zien, positief of negatief ervaren wordt.

Inmiddels interesseert het me totaal niet meer om te luisteren naar deze gesprekken. Ik kan het niet meer opbrengen om te horen wat iemand van iemand anders vindt, of wat iemand van iemand anders vindt omdat die iets van iemand anders vindt. Ik betrap mezelf er nog wel eens op dat ik er vanuit automatisme in mee ga en dan moet ik daar wel om lachen. Hierbij wil ik opmerken dat ik mij juist heel erg interesseer in mensen en wat zij zelf voelen, ervaren en beleven. Dan gaat het gesprek, in mijn beleving, ergens over. Dan is er contact in je hart en maak je verbinding.

Als iemand mij een oordeel vertelt over iemand anders, dan interesseert het mij totaal niet wat dat oordeel is. Ik ben wel nieuwsgierig waarom diegene het oordeel velt en wat het bij hem of haar triggert. Dan verschuift het gesprek van een oordeel over een situatie, naar dat wat de mens ervaart. Dan ben ik één en al oor!

De toevoeging in emotie, gevoel of frequentie geeft woorden een betekenis. Ook heb ik gezien dat als iemand onbewust woorden uitspreekt, dus zonder een laag toe te voegen, er ruimte is. Andere krachten kunnen deze ruimte innemen en gelaagdheid toevoegen. Als ik communiceer met andere mensen doe ik dit zuiver en zorgvuldig. Ik ben me bewust dat, wat mijn intentie ook is, ik niet altijd de gelaagdheid van mijn eigen woorden beheers. Mijn boodschap kan bij de ander heel anders aankomen dan hoe ik deze bedoeld heb.

In de winter ging ik naar een bijeenkomst en daar leerde ik een man kennen die stevig in zijn gevoel stond. We zaten aan een tafeltje en waren in een mooi gesprek beland. We communiceerden in de hartstaal en ik genoot van deze mooie ontmoeting. In een kort moment werd ik afgeleid en mijn aandacht in het gesprek verslapte. Ik gaf een automatisch antwoord op zijn vraag, zonder hierover ingevoeld te hebben. Voordat het antwoord op zijn vraag mijn mond verliet, werd er iets anders op gezet en toen ik het uitsprak kon ik het ook niet meer tegenhouden.

In slow motion bekeek ik de venijnige ondertoon die er werd toegevoegd aan mijn woorden. Het gebeurde in mijn brein in een momentum dat werd teruggedraaid in de tijd. Het zat er dus al in voordat ik de woorden zelf ging uitspreken. Het leek alsof ik degene was die dit deed, maar ik wilde dit niet en die toegevoegde gelaagdheid was niet van mij. Ik zag wat de vervorming van mijn antwoord met hem deed. Hij sprong van zijn stoel en met een aanvallende ondertoon vroeg hij mij: “Nou ja, waarom zeg je dit nou weer???” “Wat is dat voor een rotopmerking?”

Het gesprek muteerde van een vriendschapsveld in wederzijds respect naar een oorlogsveld in volledig onbegrip. Ik besloot om niet akkoord te gaan met deze vervorming, ook al was het al gebeurd. Ik keek hem aan en zei: “Ik heb een heel fijn gesprek met jou gevoerd, waarin ik verbondenheid en liefde voelde, dank je wel.” “Ja, die laatste opmerking van mij, ik voelde hoe hij mij verliet. En, ik begrijp jouw reactie erop helemaal, ja, weet je, ik had het zo helemaal niet bedoeld.”

Ik merkte dat zijn gezicht wat verzachtte en hij vroeg me wat ik voelde. Ik vertelde hem dat ik voelde dat mijn lichaam in de gevechtshouding wilde gaan. Het riep me op om aan te vallen ter verdediging. Ik vertelde hem: “En dat laat ik niet toe, want ik vind jou hartstikke aardig en ik wil niet met je vechten. Het klimaat dat er nu ontstaan is, klopt niet. Jouw opmerking komt bij mij hard aan en ik zou wel kunnen janken om heel eerlijk te zijn. Maar, ik weet van binnen, dat dat ook niet klopt en ik hou vast aan het fijne gevoel dat ik deze middag in ons gesprek ervaar.”

We gaven elkaar een knuffel en gingen beiden onze weg. Ik kijk terug op een bijzondere ontmoeting met een medemens, waarin mij heel veel duidelijk is geworden. Ik had al eens gehoord dat er velden gezet worden in communicatie tussen mensen. Op het moment dat ik het voor mijn ogen zag voltrekken, wist ik het, omdat ik het zelf ervaarde. Nu ik weet dat het zo is, ben ik me hier zeer bewust van en doorzie ik deze manipulaties.

De afleidingen lopen door ons en door ontmoetingen met medemensen heen. Als we ons open stellen om hiernaar te kijken, dan zien we een glimp van hoe het hier kán zijn. Hoe het nu is, is het oorspronkelijk niet bedoeld. Er is een andere taal beschikbaar voor ons aardse mensen. En deze taal ligt op ons te wachten om herontdekt te worden.

 

Dit verhaal is opgenomen in het boek: ‘achter de afleiding, een bundel van ontwakingsmomenten in het Zelf’. Je vindt de verhalenbundel in de boekwinkel en bij de voordeelbundels. Veel leesplezier!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *