Wachten op een bankje

In de duinen bij de parkeerplaats wacht ik op een vriendin. De kitesurfer die naast mij geparkeerd staat, heeft inmiddels zijn wetsuit aan, met zijn uitrusting loopt hij langs het bankje. Ik kijk hem aan met een glimlach en vraag of hij er klaar voor is. Het waait lekker en zijn enthousiasme is aanstekelijk. Ik voel dat hij er zin in heeft en dat de wind hem roept. Ik ken die roep maar al te goed en weet weer hoe ik me voelde bij het zeilen in mijn boot. Samenwerken met de wind. De zeilen zo afstemmen dat de boot bijna door de materiewereld heen beweegt. Een fractie van opwinding, grenzend aan gevaar, maakte dat ik het leven door me heen voelde stromen. Hij kent dit gevoel, dat onze harten sneller doet kloppen, totdat er geen slag is, geen stilstand meer en geen gedachten. Je bent één met de natuur en je bestaat.

Hij glimlacht terug, ik neem een slokje van mijn thee en vertelde hem: “Mijn vriendin is wat later, ondertussen geniet ik van dit moment in het zonnetje”. Na een half uur stuur ik haar een appje, nog een half uur later belde ik haar. Mijn appjes bleven ongelezen en ze nam haar mobiel niet op. Ik ging vast een stukje lopen en bleef in de buurt van de parkeerplaats. Via een paadje bereikte ik het strand en een beeld van een jaar geleden, toen ik hier hand in hand wandelde met een man, ging door me heen. Al die gebeurtenissen die los van elkaar staan en wel of geen vervolg kennen. Je neemt ieder een andere afslag en er komen zoveel paden niet op hetzelfde moment samen.

Zodra ik bij het strand was, zag ik pas hoe hard het waaide. Het zand schuurde langs mijn enkels en mijn haren ontsnapten uit mijn capuchon. Het voelde vreemd dat ik mijn vriendin niet kon bereiken en in mijn hoofd kwamen allerlei gedachten naar boven. Ik kwam in de verleiding me zorgen te gaan maken. Ik observeerde deze gedachten, de beelden en de gevoelens die daarvan afgeleid werden. Ik zag haar auto in een ongeluk op de snelweg, een begrafenis, verdrietige mensen en mijn leven zonder haar. In mijn hoofd werd haar bestaan weggevaagd uit het mijne. Tranen stroomden over mijn wangen en over mij heen viel een enorme regenbui.

Ik keerde om. Langs de zee liep ik terug naar de parkeerplaats. Ik besloot alles te voelen wat er gevoeld moest worden en liet mijn tranen gaan. De beelden in mijn hoofd verdwenen, de gedachten losten op en mijn gevoel kwam tot leven. Op het ritme van de wind en de regen, voelde ik mijn snikken en zware ademhaling. Ik voelde haar naast me lopen en besefte dat er een mogelijkheid was, een tijdlijn, waarin zij niet meer naast me liep op het strand. Een tijdlijn waarin ik daar alleen loop, waar in zij niet bestaat. Ik kon deze werkelijkheid voelen en wist dat ik die moest aanvaarden.

En aanvaarding is geen acceptatie. Ik voel wat ik voor dit prachtige mens voel, zoveel liefde voor mijn kameraad in dit leven. We kennen elkaar 27 jaar en ik kan met niemand zó lachen en o wat mis ik haar als ze er niet meer is. Op dat moment besef ik pas hoeveel ik van haar hou en dat is een gevoel, dat kan ik niet bedenken. Het is niet te illustreren met gemeenschappelijke herinneringen of met een gevoel dat daaruit voortkomt. Nee, dat is iets heel anders. Het is als de wind door je haren of je neus in een ouderwets geurende roos, je ervaart dat je bestaat! Ik reed naar haar huis.

Daar ging ik zitten op het bankje in haar voortuin. Ze was niet thuis en haar auto was weg. Na een half uur voelde ik in mijzelf een ommekeer, de wind veranderde van richting. Ik voelde dat het goed was, stond op en liep naar mijn auto. Toen ik de parkeerplaats bij haar huis afreed, reed zij er exact op dat moment op. Verbaasd en blij me te zien, gaf ze me even later een knuffel. Ik begon te huilen en kon door mijn tranen heen niets meer zeggen. Zij hield me stevig vast en zei: “Laat het er maar uit, het is goed”. Ik kon haar niet vertellen wat er gebeurd was, maar ik weet dat zij het kon voelen.

Ze maakte een grapje: “Eh Clau, we hebben voor morgen afgesproken he”? Heb je al naar buiten gekeken, vandaag is ook totaal geen strandweer”. “Nee, dat klopt, ik ben weggewaaid en geregend”, zei ik. Thuis op de eettafel lag mijn agenda, ik keek er op afstand even in en zag de afspraak van de woensdag naar de donderdag verplaatsen. De gedachte werd steeds aannemelijker dat ik me vergist had in de datum en in zekere zin is dat ook zo. Het is maar vanuit welk perspectief je het bekijkt.

Ik weet dat tijdlijnen continue veranderen en dat we ons hier niet bewust van zijn. Onze waarneming op de realiteit heeft invloed op het volgende moment in ons leven. Ongeacht wat en met welke intentie er, door iets of iemand anders, voor ons, bedacht wordt. Hoeveel tijdlijnen zijn er en hoeveel ben ik er vergeten? Ik besef dat ik haar in mijn hart draag en dat zij daar altijd al is geweest en zal blijven. Los van de materiewereld waarin we ons nu tonen via een identiteit, dat bestaat uit gedachten en gevoelens die daarop volgen. Er is ook een gevoel dat hier los van staat. Een gevoel van weten.

Een weten dat je alle mensen waar je van houdt in je hart draagt. Er bestaan tijdlijnen waarin je naast elkaar loopt en waarin je dat niet doet. Je loopt je eigen pad en ergens kom je elkaar weer tegen. Hartsbewustzijn vindt elkaar altijd, want je komt samen, bij één. We hoeven niet te wachten als er geen tijd bestaat. En in dit nu kunnen we een kopje thee drinken en genieten in het zonnetje, op een bankje. Misschien zit er iemand naast je en misschien ook niet.

2 reacties

  1. Het raakt me, kippevel ! Een herkenning in gevoelens hoe diep je van iemand kunt houden en vooral in het besef dat deze persoon er dan niet meer zou kunnen zijn.
    Wat doet tijd met ons? het is allemaal NU.
    Dank je wel Lieve Claudia voor dit mooie verhaal.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *