In november opende ik een plastic pakketje met reclamefolders. Als ik deze post niet wil ontvangen, dan moet ik een sticker op mijn brieven bus plakken met “nee” erop. Ik verwonder mij enorm over alles wat ik zie en ervaar in deze wereld. Het lijkt wel dat die verwondering steeds groter wordt, omdat het gewoon niet went. Eén van de krantjes in het pakketje raakt me, het is van een bekend tuincentrum en volledig in kerstsfeer. Op de voorpagina staat in gouden letters ‘verwonderland’ geschreven. Verwonderland. Dat is het wel voor mij. Het land, de wereld, de planeet: om mezelf te blijven verwonderen.
De twee mannen op de voorpagina, hangen feestverlichting op het tuinhuisje. Het raakt me dat de mensen, nu dat het steeds donkerder wordt, de behoefte krijgen om de lichtjes op te hangen. En dat zijn lichten die buiten opgehangen worden. Of binnen, maar buiten jezelf. En er is zoveel te verwonderen binnen jezelf. Ik vond kerst altijd een fijne tijd om de lampjes op te hangen, het goud te laten schitteren en de winterse gezelligheid om me heen te hebben. Het goud en het zilver geeft zoveel warmte en volheid.
Vorig jaar bezocht ik het tuincentrum met het doel een kerstboom te kopen, want dat doe je met kerst. Ik voelde dat ik het niet moest doen en toch kocht ik er één. Ik had hem in mijn huis neergezet en voor ik hem kon optuigen, werd ik heel erg ziek. Op een bepaald moment keek ik naar haar en zag ik dat de boom van zichzelf van puur goud was en dat de takjes licht gaven. Ze was zó mooi, van zichzelf, van nature. Hoe kan het zijn, dat wij op deze planeet vergeten zijn en niet meer kunnen zien, hoe mooi we eigenlijk al zijn in onze natuurlijke vorm? Waarom voelen we de behoefte om onze omgeving en ons zelf te versieren?
Ik zie een meisje van een jaar of zeven omhoog kijken: ‘verwonderland’. De kinderen. Er staat onder: ‘samen maken we het magisch’. Ja, dat doen we omdat we al magisch zijn. De kinderen van deze wereld zijn al magisch, álle mensen zijn magisch. We zijn één groot, verwonderingswezen. We hebben het eigenlijk alleen weer nodig, om het ons te herinneren. Als we in het verwonderlandschap van deze werkelijkheid lopen, dan halen we alles van buiten omdat we denken dat de verwondering buiten ons is. Maar eigenlijk zijn we het gewoon zelf.
Een aantal dagen geleden liep ik hier om de hoek van mijn huis. Er is een klein parkje en er staan een paar oude bomen, die ik ben gaan zien en voelen. De energie van zo’n boom strekt wel 10 meter uit. Ik geef ze regelmatig knuffels en als ik er dan naar kijk, dan zie ik boven me al die blaadjes opeens heen en weer gaan. Dan voel ik eigenlijk ook, ja maar die boom, die zit ook in mij. Ik zie die boom eigenlijk in mij en dan komt ie naar buiten! En ik was weer met mijn schoenen, laarsjes, een beetje tegen de blaadjes aan het trappelen. De bomen waren best hoog en toen ik zo omhoog keek, zag ik dat ze, in volledige harmonie, in een punt naar elkaar toe groeiden. De schoonheid van deze wereld, is ook iets, waar ik mij over kan blijven verwonderen.
Onderweg liep een man me, aan de andere kant van het pad, tegemoet. Hij keek naar me en ik zei: “Mooi he die natuur?” “Ja, ja”. En: “Kijk die bomen, die gaan helemaal heen en weer. ’t Lijkt wel alsof je onder een poort doorloopt he? Zo mooi!!” Die man keek me een beetje verward aan, ergens dacht hij misschien wel: “Oh jee, ik loop snel door, deze spoort niet”. Ik zag ook dat ik iets bij hem aanraakte, er ontstond een vertedering in zijn voorkomen. Ik merkte dat hij aan een kind (een kindertijd) moest denken. De vibratie van ons kinderbewustzijn, voelde ik ontstaan. Ik verwonderde mijzelf als een kind terwijl ik daar liep in het bospaadje en dan zie ik dat meisje. Verwonderland. Zo prachtig hoe ze omhoog kijkt naar al die lampjes.
Hoe je jezelf kunt verwonderen. Ik kijk zo uit naar de tijd dat we ons niet meer alleen verwonderen over de dingen die buiten ons zijn, maar dat we eigenlijk voelen, dat wat buiten ons is, dat dat ook binnen ons is. Dat ons licht van binnen naar buiten gaat schijnen. Laat alle mensen zich maar verwonderen over zichzelf! Dat het innerlijke goud weer mag schitteren. Dat we onze kaplaarsjes aantrekken, naar de bossen gaan en daar alle bomen een kus geven.
Laten we zien wie wij zijn. Gouden wezens. Licht in ons hart: Schijn. Stroom. Open. Open ons hart. Laten we ons weer verbinden met de natuur. We zijn één met de bomen en de blaadjes. En waar wij zijn, daar is licht. Laten wij alle bomen weer verlichten met wie wij zijn. Laten we met elkaar lol maken en het leven vieren. Samen zetten we heel de wereld aan, waarom zouden we ons beperken tot de lampjes op het tuinhuisje?
Ik wens iedereen een mooie kerst met een open gouden hart en een licht dat vanbinnen voor eeuwig schijnt, altijd al heeft geschenen en altijd zal schijnen. Laten we in de eeuwige kerst van onszelf opstaan en alles van binnen naar onze buitenwereld verlichten. Laten we er zijn deze kerst, laten we er NU zijn.
Dit verhaal is ingekort zodat het leesbaar blijft op deze website. Het volledige verhaal is opgenomen in het boek: ‘Op reis met Claudia, waarnemingen van een buitenaardse bezoeker’. Je vindt de verhalenbundel in de boekwinkel en bij de voordeelbundels. Veel leesplezier!