Het is september, nog vrij warm en er zijn een aantal wespen in de tuin. Het hoort erbij en ik maak me er verder niet zo druk om. Terwijl ik naar de schuur loop, zie ik in mijn ooghoek, het vogelhuisje aan de schutting hangen. Zo af en toe kijk ik om te zien of er al koolmeesjes zijn ingetrokken. Ik kocht het houten huisje omdat het met zorg en liefde gemaakt is door mensen van de sociale werkplaats in het dorp. En dan word ik opeens aangestaard door twee scherpe oogjes van een vliegend zwart-geel gestreept wezen. Is het een bij? O, help het is een wesp! En niet eentje, terwijl ik inzoom zie ik er vijf a zes in en uit vliegen. Er is dus iets ingetrokken, het vliegt ook, maar het zijn geen vogels die een nestje bouwen.
Onmiddellijk komt er een gedachte in mij dat ik de wespen wil vernietigen. Want, wespen zijn slecht en bijen zijn “goed”. Als de kleuren omgedraaid zijn, is het een bij en die verwelkom ik in mijn tuin met speciale bloemenmixen en een moestuin vol lekkers. Zij hebben een functie en bevruchten de zomergroenten, zoals de courgettes en komkommers. En een vogel zingt zo vrolijk in de tuin. Een wesp is ongewenst en er gaat een vleug van angst door me heen. Van de week vloog er een vlinder in mijn huis en met behulp van een glas, zette ik hem liefdevol buiten de deur. Toen ik vervolgens een strontvlieg hoorde zoemen, irriteerde ik mij en mijn eerste ingeving was de vliegenmepper pakken!
Ik heb blijkbaar voorkeur voor het ene insect en weerstand tegen het andere. Waar komen deze etiketten in plus en min vandaan? Wat voel ik bij een vlinder, een strontvlieg, een koolmeesje, een wesp? En als voelen soms even lastig is, wat ervaar ik? Soms denk ik wel eens, jeetje, wat was het leven toch simpel vroeger! Dan liep ik langs een bezet huis, met ongewenste bewoners en die jaag ik dan gewoon weg. Ik haal een spuitbus, of bel naar een vorm van ‘handhaving’ of ‘bestrijding’ en de zaak is opgelost. En door! Het scheelt een hoop tijd en is in zekere zin een veel makkelijker leven. Maar, ik realiseer me ook dat het niet “ik” is die dan een half uur later dat vogelhuisje in de container mikt.
Als bewustzijnsonderzoeker wil ik in elke handeling mijn aandacht zetten en eigen keuzes maken. Als ik dit nest verwijder, is dit dan vanwege een hartsbesluit of voltrek ik een automatische handeling? En waar komt dit automatisme dan vandaan? Is het ingeleid door een gedachte, door ervaringen van ‘vroeger’? Komt het vanwege een collectieve overtuiging, waarin we lijken te weten wat gewenst en ongewenst is? Ik kijk nog eens naar het huisje en de nieuwkomers. Het gezoem ademt een frequentie van blijdschap en elke positieve of negatieve associatie vervalt. Het is ons brein dat alles wil classificeren in een 0 of 1, vergelijkbaar met een computer die beschikt over een gestuurde denk machine. En hoe fijn is het dat wij kunnen voelen! En vanuit het gevoel ook kunnen denken. Toch?
In dit nu-moment voel ik dat deze wespen in ‘t vogelhuis mogen verblijven, al weet ik als Aarde Mens dat ik daar natuurlijk niets over te vertellen heb. Wat als het wespennest zo groot wordt en ze me aanvallen? Dat zijn gedachtes over een toekomstig scenario die er niet hoeft te zijn. Dat kan wel, als dat zo is, dan zie ik op dat moment hoe ik omga met de situatie. Angst voor en zorgen maken over de toekomst, ontstaan niet in ons hartsbewustzijn. Daar is namelijk geen plaats voor weerstand tegen andere natuurwezens. Geen weerstand tegen mensen, tegen wespen, of situaties die ons niet uitkomen. Had ik liever een vogelnestje gehad in de tuin? Vanuit geconditioneerdheid dénk ik van wel….
Wat is nou eigenlijk het verschil tussen een bij en een wesp? Tussen een rat die we met de luchtbuks wegschieten en de egel waar we een huisje voor maken? Paardenbloemen die we uit het gras verwijderen en lavendelstruiken die we in de border planten? Mensen die we op grond van bepaalde criteria “leuk” vinden en op basis van ervaringen, vermijden, omdat we ze niet aardig vinden? Hoe zijn onze voorkeuren eigenlijk ontstaan? Heeft het te maken met ervaringen uit het verleden, met onze opvoeding, “wat zo hoort”, met propaganda in de media en/of in de alternatieve media? Bestaan er lijsten waar we als mensheid aan gehoorzamen zonder dat we dit beseffen?
Waarom hebben wij als mensen überhaupt voorkeuren en weerstanden? Hebben we in de gaten dat deze voorkeuren regelmatig veranderd worden en dat we dit niet zelf bedenken? Toen ik net verhuisd was, zegde ik mijn nieuwe buren gedag. Ik werd meteen gecorrigeerd door een medebewoner: “Met die mensen gaan wij niet om, wij groeten elkaar niet”. Na anderhalf jaar zeg ik deze mensen nog steeds gedag, al kijken ze telkens weg. Ik zou bijna dénken dat ze “onvriendelijk” zijn! Die ene keer dat ik met hun paarden in gesprek was en ze even kwamen kijken, vergaten ze waar ik woonde en was er een uitwisseling in het gevoel.
Ik sluit me niet aan bij een collectief programma om uit te sluiten. Ik voel geen weerstand of verdeeldheid jegens hen, ook niet naar de mensen die hier wél aan meewerken en dit in feite in stand houden. Wat zou er gebeuren met onze gemoedstoestand als wij weerstandloos zouden zijn en voor al het Leven, voor iedereen en alles, ruimte zouden maken? Als alles er mag zijn en er geen classificatie meer in “gewenst” en “ongewenst” is? Of het nu om ons zelf, een plant, een dier, een mens, een land, een gedachtengoed of een insect gaat?